Gepest worden of zelf pesten
Pesten komt voor op alle scholen. Kinderen die gepest worden, hebben het erg moeilijk. Ze zijn bang, verdrietig en eenzaam. Als er niets aan gedaan wordt, kan het ook slechter gaan op school: weinig of geen vrienden, minder goed leren, minder goed eten en slapen. Wie gepest wordt, kan ook erg onzeker over zichzelf worden en zelfs het gevoel krijgen dat het zijn of haar eigen schuld is. Zouden pesters dat allemaal beseffen? Zouden ze ermee doorgaan als ze het beseften?
Niet alleen voor wie gepest wordt, maar ook voor pesters zelf is het belangrijk dat het pesten stopt. Anders bestaat de kans op probleemgedrag, nu en later als ze groter worden. Andere kinderen, het schoolteam, de ouders, iedereen heeft last van pestgedrag op school.
Pesten komt vooral voor bij kinderen van 10 tot 14 jaar en soms eerder. Er is pesten met woorden, met bedreigingen, met gevechten en er is pesten via internet. Pesten gaat niet vanzelf over. Als er niets aan gedaan wordt, verergert het pesten vaak. Niemand wil dit op school.
Pesten is iets anders dan plagen
Pesten is niet hetzelfde als plagen. Plagen is meestal leuk en vriendschappelijk, het doet geen pijn, het is lachend bedoeld en de plager mag even goed worden terug geplaagd. Pesten is eigenlijk het tegenovergestelde. Pesten doet pijn, het kwetst en meestal is dat expres. Het duurt vaak lang en heel vaak is het één slachtoffer tegen een hele groep. Al lijken plagen en pesten dus weinig op elkaar, je moet altijd oppassen dat plagen geen pesten wordt. Soms is een opmerking alleen maar wat plagend bedoeld, maar dan komt het aan als pestopmerking. Dus: voorzichtig zijn, want je kan niet binnenkijken in het gevoel van iemand anders.
Pesten vermijden
Het beste is natuurlijk als je pesten gewoon kunt vermijden. En als we dat samen proberen, lukt dat ook voor een groot stuk. Wij vragen altijd dat alle leerlingen het melden als ze iemand gepest zien worden, ook als de dader een vriend of vriendin is. Wie zoiets aanvaardt zonder het te vertellen, die maakt een grote fout. Pestgedrag melden is niet klikken of verraden. Het is juist omgekeerd: de sfeer verzorgen en opkomen voor elkaar; en daarom dus ook pesterij melden. Want samen zien we meer dan één juf of meester kan zien. En een fijne sfeer verzorgen, dat doe je samen.
Deze dingen doen we ook om pesten te vermijden:
- Gedragsregels op de speelplaats opvolgen
- Goed toezicht door meesters en juffen tijdens speeltijden, bij het eten, bij LO en op de gangen
- Ruzies meteen oplossen, misschien met directie erbij als dat nodig is
- Hulp op de kleuterspeelplaats: zorg dragen voor kleintjes/zwakkeren
- Vriendelijk gedrag aanleren tijdens lessen
- Klasregels afspreken met de hele klas en soms klasgesprek houden over hoe de sfeer is
- Altijd zorgen dat er genoeg verschillende soorten sport en spel mogelijk zijn buiten
- Regelmatig gedrag en welbevinden evalueren
Wat als er toch gepest wordt?
Natuurlijk weten we hiermee nog niet zeker dat we pesten helemaal weg hebben uit onze school. Bij pestgedrag doen we één of meer van de volgende dingen:
- Een klasgesprek
- Praten met de pestende leerlingen of met de gepeste leerling
- Als het nodig is, wordt er aan de ouders verteld wat er gebeurt en hoe het wordt opgelost
- De pester kan een aparte aanpak krijgen van straf en beloning. Als dit niet werkt, is er nog steeds het schoolreglement met hardere maatregelen voor het geval het echt niet anders zou kunnen.
- De pester moet de band met de gekwetste leerling herstellen door het weer goed te maken.
- Een gepeste leerling heeft recht op een vertrouwenspersoon. Dat kan de juf zijn of de zorgjuf, de directeur of iemand van het VCLB. Dit kan via het VCLB nog verder gaan, waarbij de leerling aparte hulp krijgt aangeboden van buitenaf.
- De meelopers, die hebben toegekeken en er niets aan hebben gedaan, zijn mee schuldig. Ook zij moeten de relatie met de gekwetste leerling herstellen en hun fout goedmaken
- Bij probleemsituaties zullen de juffen extra waakzaam zijn, zeker als er duidelijke afspraken waren gemaakt met een pester